Geants des Ardennes(Online Fietsvertellingen) by Theo Roos - Your Blogging
Vrijdag
Ton komt mij om half vier halen. Fiets erin, bagage en het volgende station is Berto en Carla. Vervolgens halen we Mirjam op den dan kan de reis echt beginnen. Wat file op de ring Antwerpen leidt tot niet helemaal de juiste keus van de route. Het voordeel is wel dat we op deze manier geen file hebben. Via allerlei duistere weggetjes bereiken we uiteindelijk toch ons huisje, een oud schoolgebouw. We kiezen allemaal onze slaapplaatsen en waar ik mijzelf het sofabed in de huiskamer had toebedeeld blijkt dat een bed te zijn in een aparte kamer. Ik heb dus heerlijk een kamer alleen.



We hebben wel honger gekregen en rijden naar Huy, een leuk plaatsje, maar helaas voor ons is er feest en kermis dus de terrassen zitten vol. Ergens naar binnen om te eten. Het is vrij goed. Ik heb Americain garni besteld en dat blijkt Filet Americain te zijn. Dat eet ik niet, dus vervolgens Spare Ribs besteld. Hier een uistekende service van het restaurant, want ik hoef de Americain niet te betalen omdat ik als Nederlander het Frans niet goed heb begrepen. De taalstrijd heeft hier in ieder geval nog niet toegeslagen. Nadat Edwin en Corné zijn aangesloten rekenen we af en laten we een flinke fooi achter voor de goede service. In het huisje praten we nog wat en blijven met vier man over voor een potje klaverjassen. Ik speel met Corné en in de laatste rondje zie ik een ruiten Aas over het hoofd. Verzaakt en de hele pot verloren! Hierna is het ook voor ons bedtijd.

Zaterdag
Met zijn zevenen aan de ontbijttafel is niet echt rustig ontbijten, maar wel gezellig. Ieder heeft zijn eigen hapje mee en iedereen ruimt in ieder geval zijn eigen rotzooi op. Om acht uur zijn we ongeveer klaar voor vertrek. Carla fietst vast vooruit, maar helaas moet Berto er achteraan omdat het vooruit fietsen opzij fietsen blijkt te zijn (opzij van de route dan). Als Carla en Berto terug zijn kunnen we vertrekken richting start van de toertocht. We beginnen direct met een flinke afdaling. Ik wil er ook echt van genieten en zie zo niet dat de weg vrijwel in het begin splitst (we nemen natuurlijk de verkeerde kant van de splitsing). Als we aan het einde van de weg komen blijken we inderdaad verkeerd te zijn gereden. Zo begint de dag met een omweg van een kilometer of zeven. Als we weer terug op de route zijn maken we kennis met de ruimhartigheid van de Belgen. We mogen de hele weg naar Luik op een N-weg rijden. Volgens Carla is het net rijden op de N11. Het is gelukkig nog niet zo druk, maar wat er rijdt, raast langs ons heen. Vlakbij de start worden we door de vrijwilligers van de toertocht de verkeerde kant op gestuurd als zouden we al aan het einde van de tocht zijn. Toch nog vrij snel vinden we de startplaats en schrijven ons in.
Het begin van de rit is een flinke afdaling en als ik aan wil zetten, zegt mijn ketting bekijk het maar en wipt over mijn grote blad heen. Even stoppen, vieze vingers krijgen en dan toch de afdaling in. We moeten af en toe wat kleine slingerbochtjes maken, maar deze halen de vaart er nauwelijks uit. De maximale snelheid van de dag (ruim 70 km/uur) wordt in deze afdaling al gehaald.
Aan het einde van de afdaling draaien we over de brug naar het plaatsje Embourg waar direct na de brug de Sartay begint, een lekkere klim voor het begin van de dag; vier kilometer lang met een gemiddelde stijging van bijna 5% met een maximale hellingshoek van 8%. Als de klim begint moet ik al snel lossen. Edwin zie ik hier vandaag voor het laatst (fietsend) en ook Ton verdwijnt ook al snel uit mijn gezichtsveld.  Corné, en iets verder Mirjam blijven in mijn gezichtsveld. Al snel vind ik mijn ritme en sluit aan bij een sneller groepje. Ik haal Corné in en sluit vlak voor de top weer bij Mirjam aan.  Carla levert hier een unieke prestatie door als eerste van ons allemaal boven te komen.
Als de volgende klim (Côte de Fraipont) begint moet ik al snel lossen. Edwin zie ik hier vandaag voor het laatst (fietsend) en ook Ton verdwijnt al snel uit mijn gezichtsveld.  Corné, en iets verder Mirjam blijven in mijn gezichtsveld. Al snel vind ik mijn ritme en sluit aan bij een sneller groepje. Ik haal Corné in en sluit vlak voor de top weer bij Mirjam aan. Ton staat op ons te wachten en gezamenlijk fietsen we door het glooiende landschap, dat even geen geregistreerde klimmen kent. Aan de voet van de volgende klim (Côte de Fraipont) krijgen we Carla en Berto in het oog, die een stuk eerder dan wij zijn vertrokken bij de start. Ik vraag even aan Carla hoe het gaat en naast wat gehijg komt er ook een goed uit haar zwetende lichaam. Ik laat Berto ook even weten dat ik langskom en wordt even later eerst door Ton en later door Mirjam ingehaald op de klim. Na een korte afdaling volgt de Côte de Banneux, niet al te lang en niet zo stijl. Ik bedenk dat dit wel een mooie plek voor een fotograaf zou zijn; de fietsers klimmen omgeven door maïs langzaam naar de top. Gelukkig staat hier een fotograaf: mijn gedachten krijgen zo de gewenste vorm.

 
Op weg naar de Côte de la Reid is er een mogelijkheid om af te snijden. Mirjam overweegt deze even, maar besluit al snel de route gewoon door te fietsen. De beklimming van deze heuvel valt niet al te zwaar, want op de top is de eerste verversingspost. Mirjam en Ton zitten al op me te wachten en een paar honingwafels en flesjes AA sportwater verder vervolgen we de tocht. We vragen ons wel af waar Corné is gebleven, want we hebben toch wel lang gewacht. Als we weer op de fiets zitten bedenken we dat hij wel eens aangesloten zou kunnen zijn bij Berto en Carla. Dit blijkt later ook te kloppen. Vrij snel na de controlepost hebben we de Côte de Desnie. Volgens de papieren 4500 meter lang, maar binnen 2 kilometer hebben we de klus geklaard en kunnen we afdalen naar Sougné-Remouchamps. Beneden aan de afdaling wachten de eerste terrassen van de tocht. We verlangden al kilometers lang naar een dergelijk oponthoud en op het eerste het beste terrasvoeg ik me bij Ton en Mirjam.



Het terras heeft mij goed gedaan. Mijn benen hebben de korte rust goed verteerd. Het reepje en het gelletje hebben zich in mijn maag genesteld en het hoofd is weer fris. Al snel kies ik het wiel van een renner in Zwitserse outfit. Ik sluit aan en voel me al snel een kopman die door zijn knecht naar voren wordt gereden. Hoewel het langzaam omhoog gaat, draaien mijn benen heerlijk rond. We draaien linksaf en ik manoeuvreer mij langs de Zwitser heen en doe de volgende kilometer op licht stijgend terrein het kopwerk. Als de Redoute lijkt te beginnen (volgens de aankondiging dan) moet ik mijn Zwitserse kompaan snel laten gaan. Even vlakt het uit, maar dan begint de Redoute echt.



Het is de vierde keer dat ik deze heuvel beklim, maar de eerste keer vanaf de oostkant. Dit is duidelijk de makkelijkste kant. Hiermee wil ik niet zeggen dat deze beklimming makkelijk is, maar zeker niet zo zwaar als ik had gedacht. Op het steilste stuk van de klim kies ik voor de eerste keer vandaag mijn kleinste verzet. Vlak voor de top staan twee fotografen, die ons op de kiek nemen als we op ze afrijden. Als we langs ze rijden fotograferen ze vanaf de onderkant van de fiets voor een artistiek resultaat (foto rechts)



In de klim word ik voorbijgereden door Ton die op de top mij en Mirjam opwacht.




Onderweg staan op de meest vreemde plaatsen verkeersregelaars,  maar als we een stuk gedwongen omgeleid worden en de route tot verwarring leidt, zijn we op ons zelf aangewezen. Ik besluit door te rijden om in mijn eigen tempo de Côte de Hornay te bedwingen. Ik verwacht hier bijgehaald te worden door Ton en Mirjam, maar als dat niet het geval blijkt te zijn rijd ik door naar de controlepost aan de voet van de Côte de Forges.
Ik neem plaats in het bushokje en roep mijn fietsgenoten toe als ze bij de post aankomen. Van de vele materiaalpech die we onderweg hebben gezien (voornamelijk banden) worden we hier geconfronteerd met de grootste pechvogel: een paar gebroken spaken. De (niet-meer) fietser zit gelaten in het bushokje te wachten op de ophaaldienst.

De Côte de Forges is vrij goed te doen en ik heb nog steeds de goede benen van vlak na de terrasstop. Ik kan bij Mirjam blijven en we houden Ton in het zicht. De afdaling slaat een bres in ons groepje en terwijl we voor ons gevoel nog niet uitgedaald zijn, begint de laatste klim.

De Côte de la Roche aux Faucons is een echte etter. Het begin is buitengewoon stijl. Menig fietser zwalkt hier over de weg en afstappers zijn geen zeldzaamheid. Na een kilometer of twee lijkt het alsof de heuvel klaar is. Ton sluit vlak voor deze virtuele top bij mij aan. Hierna is er zelfs even sprake van een dalend stuk, maar al snel stijgen we langzaam verder. Bij het volgende dalende stuk haal ik al bijna opgelucht adem maar zie en voel dan dat we toch weer omhoog gaan. En niet zomaar omhoog, nee, echt stijl. De tweede tranche afstappers is een feit, maar ik kan blijven fietsen. Als het weer vlakker wordt vrees ik het ergste, maar gelukkig is dit de echte top. De afdaling die volgt voelt als een weldadig bad. Nog een paar kilometer naar de finish en dan naar huis. Vlak voor de finish rijd ik nog even verkeerd en voeg anderhalve kilometer extra aan de tocht van vandaag toe. Bij de finish word ik verwelkomd door een fotograaf.




Nadat ik mijn stuurbordje heb ingeleverd en mijn borg heb teruggehaald haal ik snel wat te drinken. Even later komen Ton en Mirjam binnen die ik verwelkom met een koude cola. We praten nog even met een fietsster die we vorige week in Ochten tegenkwamen. In gewone kleding zag ze er een stuk beter uit dan in de slecht zittende fietskleding van vorige week.
We moeten weer naar het huisje. Weer kilometers lang achter elkaar aan langs de N-weg waar het vele verkeer ons moeiteloos voorbij raast. Bij Fraineux gaan we de N-weg af. Ik ben er eigenlijk wel een beetje klaar mee, en geniet ook niet echt van de laatste kilometers. In het huisje worden we welkom geheten door de andere vier reisgenoten. Als iedereen gedoucht is gaan we naar Huy om wat te eten.

Er is kermis in Huy en dus is het buitengewoon druk. Om het pleintje in het centrum is geen plaats. We lopen min of meer langs de rand van het centrum en komen uiteindelijk via de kermis bij een terras waar plaats genoeg is. Het lijkt wel of ze niet blij met ons zijn, en dat nog voordat Mirjam en ik gaan zingen. Ze laten ons heel lang wachten voor iemand de bestelling komt opnemen. Mijn geweldige Franse accent zorgt voor verwarring als de ober denkt dat we pasta (penne) vooraf willen in plaats van brood (pain). Na het opnemen van de bestelling duurt het nog lange tijd voor het eten wordt geserveerd. We doden de tijd met het zingen van Hollandse Gouwe Ouwen. Ton kan het niet aanhoren en verhuist naar het andere eind van de tafel. Als we eindelijk ons eten krijgen is vooral de patat qua hoeveelheid ver beneden peil. We moeten vragen om een tweede bakje (voor zeven man) en dat komt als we de rest van het eten ophebben. Tijdens het staren naar de lege borden worden we opgeschrikt door een paar flinke knallen. Het vuurwerk van Huy is begonnen. Als we de rekening vragen blijkt dat ze hier wel snel kunnen zijn, want deze ligt zo op tafel. De tip is door deze bediening gereduceerd tot een badragje waar we niet eens op willen wachten tot we geld terug krijgen (nog geen euro). Op de kermis is het nu lekker rustig (iedereen staat immers naar het vuurwerk te kijken. Berto en Edwin eten een, volgens Berto de lekkerste ooit, hamburger. Als we op de bereiding staan te wachten willen Mirjam en ik in het kleuterminireuzenrad. Dat mag niet, want het apparaat zou ons gewicht niet omhoog kunnen beuren.

Terug in het huisje drinken we nog wat en om half één zit ik alleen in de keuken als iedereen naar bed is. Ik ga dan ook maar slapen.
 
Nog geen reacties
Klik hier om een reactie te plaatsen

Routegegevens

Rausa Yernée Fraineux Boncelles Angleur Sart-Tilman Embourg Beaufays Les Forges Trooz Banneux La Reid Winamplanche Desnié Sougné-Remouchamps Sprimont Ogné Blindef Les Forges Dolembreux Méry Boncelles Fraineux Villers-Le-Temple Outrelouxhe Rausa