Diekirch-Valkenswaard(Online Fietsvertellingen) by Theo Roos - Your Blogging


Vrijdag
We vertrekken vanochtend behoorlijk op tijd. We hebben immers een lange rit voor de boeg. De afgesproken tijd van tien uur lukt niet, want ik moet nog van alles doen, dus ik SMS Ton dat ik iets later kom. Om kwart over tien sta ik bij Ton voor de deur. We bevestigen zijn fiets op de fietsendrager en kunnen op weg richting Valkenswaard. Een uurtje of twee later rijden we de camping bij Bergeijk op waar Ton’s  ouders op ons staan te wachten. We halen de fietsen van mijn fietsendrager en bevestigen ze achter op de camper.


Ton vraagt om extra tie wraps voor zijn stuurbordje en ik besef dat ik mijn startpapier nog in Ter Aar heb liggen. Ik vind het behoorlijk stom van mezelf, maar even terugrijden is geen optie, dus maar kijken of we het vanmiddag met de organisatie in orde kunnen brengen. We stappen in de camper en rijden achterin mee naar Luxemburg. Ton’s ouders zijn morgen onze begeleiders. We zijn superblij met deze ondersteuning, want op deze manier kunnen we allerlei reserves (zoals extra kleding, voer enz.) inbouwen. We maken daar dan ook gretig gebruik van, want we hebben genoeg bij ons. Na een paar uur rijden komen we in Vianden. Het plaatsje is niet zo heel erg groot en we hebben snel ons hotel gevonden.


Het hotel heeft een eigen fietsenstalling waar we onze fietsen inzetten, we brengen het hoognodige voor morgenochtend naar onze kamers en stappen weer in de bus naar Diekirch. Er is daar een ontvangst door de gemeente Diekirch, de organisatie en de VVV op de camping waar Ton’s ouders de camper willen stallen voor een nacht. Op de camping gaat Ton een kampeerplaats regelen en zoek ik snel wat mensen op voor de organisatie om ze op de hoogte te brengen van mijn onhandigheid (het thuis laten van mijn startbescheiden). Gelukkig hebben ze deze tocht al vaker georganiseerd en weten ze dat er elk jaar een paar sullen zijn. Ik kan dus morgen gewoon van start gaan met een vervangend startnummer. We moeten lang in de rij staan voor wat drinken en bestellen dus gelijk maar dubbel. Als de drankjes op zijn gaan we lopen naar het stadje waar we uiteindelijk terecht komen bij een klein leuk restaurantje, waar we goed eten voor een redelijke prijs.


Na het eten gaan Ton’s ouders lopend terug naar de camping en Ton en ik bestellen een taxi naar Vianden. De serveerster komt uit Vianden en raadt ons de bar Victor Hugo aan voor een drankje. De taxi zet ons af bij ons hotel en we rekenen alvast af, want morgenochtend zal er wel niemand zijn om dat van ons aan te nemen. We horen ook dat er speciaal voor de Diekirch-Valkenswaard fietsers morgenochtend om zes uur ontbijt wordt geserveerd. Een super service. We gaan nog wat drinken in het van Nederlandse fietsers doorspekte Luxemburgse dorp. We komen heel wat te weten over de tocht en beseffen dat we morgen toch wel wat stevige klimmen voor onze kiezen zullen krijgen. We zoeken dus niet al te laat ons bed op.



Zaterdag
Na een vroeg ontbijt nemen we afscheid van ons hotel en stappen op de fiets naar Diekirch. In twee kilometer klimmen laten we het beroemde kasteel van Vianden achter ons en de negen kilometer dalen die daarna volgt zorgt voor een niet al te slecht begin van de dag. We leveren onze rugzakken af bij de camper, vullen onze ruggen met wat bijvoeding voor onderweg en gaan op weg naar de start. Nadat ik mijn stuurbordje en stempelkaart heb opgehaald wordt ik toegeschreeuwd door één van onze kroegvrienden van gister. Daarna sluiten we achteraan in een grote groep fietsers. Stapje voor stapje naderen we de start en eindelijk is het moment suprême daar: onze eerste stempel. Langzaam komen we op gang, glijden langs alle begeleiders, die zich op dit vroege uur schikken in de rol van toeschouwer.


Er staat niet veel wind. In de eerste paar kilometers vormen zich groepen. Wij sluiten aan bij een wat snellere groep en halen de eerste kilometers heel wat fietsers in. Al snel begint de eerste klim; een heerlijk geleidelijk lopende klim met een laag stijgingspercentage. De groep waarin we rijden blijft lang bij elkaar en rijdt een voor mij ongekend tempo omhoog. Maar mijn hartslag doet niet raar en mijn benen voelen goed, dus ik rijd gewoon mee.


Als het aan het einde van de eerste klim wat steiler wordt, zak ik toch langzaam naar achter in de groep. Ik moet een gat laten vallen, maar al snel is de klim minder steil en kan ik weer naar voren rijden. Een korte afdaling wordt gevolgd door een venijnig klimmetje. Dat betekent dat ik weer de groep moet laten gaan. Ik kies mijn eigen tempo want ik moet nog zo’n 240 km. Gelukkig duurt de klim niet al te lang en kan ik van een stevige en vrij lange afdaling gebruik maken om weer bij Ton aan te sluiten. We fietsen een tijdje samen, maar het Luxemburgse land is niet geschikt om Ton en mij zij aan zij te laten fietsen. De minder steile aanloop is voorbij en de klimmen worden nu wat steviger. Dat betekent dat Ton een heel stuk sneller is en ik zie hem dan ook al snel kleiner worden.  


Na een lange afdaling draaien we een brug over en ineens zijn we in Duitsland. De klimmetjes zijn meestal zo’n 7 à 8% en ik kan lekker doorrijden in mijn eigen tempo. Ik word weleens ingehaald, maar mijn medefietsers komen me niet zo hard voorbij als ik gewend ben.
Nog voor we zestig kilometer hebben gereden rijden we België binnen, alweer het derde land dat we vandaag aandoen. In dit derde land begint het pas echt. De klimmetjes worden serieuzer. Soms rijd ik samen met iemand, maar meestal rijd ik alleen. Ik word gewaarschuwd voor een bergje dat gaat komen. Je zou hem kunnen zien aankomen in een afdaling en hij schijnt behoorlijk steil te zijn. Ik denk bij mezelf: “Laat maar komen, het kan nooit zo erg zijn als de Redoute!”. En dan, vrijwel zonder vooraankondiging rijd ik opeens een dal in. In de verte zie ik een weggetje op een onnatuurlijke manier omhoog gaan. Ik zie fietsers, die zich niet gedragen als fietsers. Ongeveer de helft van de deelnemers kiest hier voor een alternatieve manier: lopen. Als ik aan de klim begin voel ik wel waarvoor ze daarvoor kiezen. Onderaan is het al snel ongeveer 12%. Mijn tempo zakt en ik schakel terug naar bijna mijn kleinste verzet. Die 12% is pas het begin. Al snel zie ik op mijn fietscomputer, 13, 14 en zelfs 15% staan. En dat is nog niet alles. De teller blijft staan op 18%, niet alleen een piekje, maar zeker gedurende een meter of tweehonderd. Ik blijf fietsen, maar ik ga nauwelijks sneller dan degenen die voor lopen hebben gekozen. Als ik fietsend boven kom geniet ik en lijkt de 7% van de laatste paar honderd meter wel vlak. Ik weet dat dit het steilste stuk van de dag is. Daar ben ik in ieder geval fietsend boven gekomen. Als het vlak word, kijk ik om me heen en geniet.

Na deze nare klim is het niet zo ver meer naar de eerste controlepost. Ik rijd nog steeds alleen, maar maak me er niet zo heel druk om. Als ik bij de eerste stop kom word ik overvallen door de drukte. Wat ik niet beseft heb is dat heel veel fietsers volgwagens bij zich hebben op deze tocht. De controlepost is dan ook ingericht op een grote parkeerplaats die helemaal volstaat met enthousiaste volgers. Ik haal mijn stempel en neem plaats in de camper, waar Ton al zit te wachten, voor een korte pauze en wat drinken. Een welverdiende rust. Tijdens die rust stuur ik Sandra een SMS: “Eerste stop, we hebben 80 km gehad, 22.2 gemiddeld na veel klimwerk. Gaat super”
80 km gefietst, 1350 hoogtemeters, gemiddeld 22.2 km/uur.





Het is inmiddels wat vochtig, zeg maar gerust nat geworden, dus het windbrekertje annex regenjasje tevoorschijn gehaald en in het geel gehuld rijd ik verder geflankeerd oor een in rode regenjasgehulde Ton. We rijden voorbij de controlepost de brug over als twee volgsters ons vertellen dat we niet goed rijden. Verbaasd keren we om en komen even later tot de conclusie dat we toch wel goed zaten als we heel wat fietsers onze kant uit zien komen.  Al snel is het weer wat droger. Ton stopt aan het begin van een klim om zijn jas uit te doen. Ik rijd door want hij haalt mij toch wel weer in, wat even later ook daadwerkelijk gebeurt. Ik weet dat de komende 50 km behoorlijk pittig zullen worden en kies mijn eigen tempo. Het wordt geen moment vlak. Ik rijd soms mee in een groepje, maar zodra we gaan klimmen tegen hogere percentages dan 5% kies ik mijn eigen tempo wat meestal betekent dat ik de groepjes voor me zie verdwijnen. Als de klim niet al te lang is, sluit ik in de daarop volgende afdaling meestal wel weer aan in dat groepjes, maar na een langere klim rijd ik meestal weer voor een tijdje in mijn eentje rond. En zo halverwege de eerste en de tweede post ben ik opeens alleen. Boven mij de blauwe lucht, om mij heen veelal bomen en het asfalt knisperend onder mijn wielen onder mij. Een heerlijk gevoel van vrijheid. Langzaam zie ik mijn hoogte meter van mijn fietscomputer oplopen. In de klim naar het hoogste punt van de dag, krijg ik een opbeurend SMS-je van Sandra. Dat geeft een goed gevoel en ik rijd met plezier verder.

Het hoogste punt van de dag is ook het hoogste punt van België. Rond dit geografische gegeven is wat toeristische onzin gelegen, waardoor je wel even stil moet staan bij dit feit. 

 

Ik praat met wat medefietsers, kijk op mijn routekaartje en zie dat de komende kilometers naar de controlepost voornamelijk dalen is. Helaas gaat het weer regenen. De afdaling gaat vanaf het Signaal van Botrange (hoogste punt) over brede asfaltwegen naar Jalhay. Door de regen is niet optimaal te profiteren van de afdaling, want ik rijd toch met enige reserve. Voor Jalhay rijden we naar rechts en het net tegen de tijd dat ik denk dat de controlepost toch wel erg lang wegblijft, zie ik de borden. Ik rijd richting stempelpost waar Ton’s moeder mij opvangt en wijst waar de bus staat. Ton is net klaar met eten en ik mag gaan zitten en krijg een heerlijk bord pasta (met de complimenten aan kok Sandra) en drink gretig een blikje koude cola. De rest eet ook van de pasta en de twee grote bakken krachtvoer gaan schoon op.
Weer een SMS-je naar Sandra: “De zwaarste helft gehad. 6 uur gefietst. Gaat goed”.
130 km gefietst, 1950 hoogtemeters, gemiddeld 21.9 km/uur
Ik sta vrij snel weer op om met Ton, die hier al weer een tijdje zit, mee te fietsen.  Als ik wegrijd besef ik het voorrecht van een volgauto. De camper staat gewoon bij iedere post voor ons klaar onze volgers zorgen dat wij een optimaal rustmoment beleven. Ons drinken wordt aangegeven, het eten wordt opgeschept, ja zelfs onze bidons worden gevuld. Inmiddels regent het weer en alsof de duvel er mee speelt is het dan ook weer tijd voor een prachtige mooi gelegen afdaling. Ondanks de regen trap ik zelfs bij in de afzink, maar graag kom ik hier nog eens terug met mooi weer, want de afdalingen (vanaf het Signaal en deze) moeten een zegening zijn op een droog wegdek. Ik verwacht dat we vanaf nu wat vlakker wegen zullen hebben. Dat zou lekker zijn, want fan kan ik de tweede helft samen met Ton fietsen. Maar niets blijkt minder waar. Aan het eind van de regenachtige afdaling zien we in de verte al weer hoger gelegen dorpjes liggen en ik vrees met grote vreze dat we die kant ook op gaan.



Mijn angst wordt al snel bewaarheid. Steeds maar weer omhoog, niet al te lang, maar steeds weer rond de 8%, en dat terwijl je er eigenlijk niet meer op rekent. Als je dan boven bent ga je niet direct weer omlaag; je rijdt dan langere tijd over een soort plateau, meestal onbeschut. Het is inmiddels ook gaan waaien. Op de plateaus blaast de wind in mijn gezicht. Ook op het vlakke is er geen sprake van relaxen. Dan na een plateau weer een afdaling. Beneden mij zie ik anderen rijden.


Ik rijd oor het groene land en heb geen idee waar ik ben. Ik krijg het enge vermoeden dat de omleiding die we volgen de tocht alleen maar langer maken (dat klopt ook als ik later de route bekijk). De wegen worden slechter. Op het natte slechte wegdek ligt ook nog eens allerlei boerenafval. De mest klettert dan ook tegen mijn benen. En toch, ondanks al deze ongemakken, geniet ik. Ik prijs me een gelukkig mens dat ik dit op mijn 50-ste mag en kan doen. We komen in de buurt van Nederland. De beklimming naar Visé is een stuk minder heftig dan in mijn herinnering. We steken de Maas over. Ik kijk op mijn fietscomputer en schat in dat de volgende controlepost over een kilometer of tien is. Als ik in gedachten bijna bij de volgende stop ben schrik ik van een stuk weg voor mij. We gaan weer eens omhoog. Ik kies mijn versnelling en mijn tempo is geen snelheid meer te noemen. Om mij heen stappen fietsers af. Na 180 km is 12% een stuk heftiger dan na 60 km. Ik voel mijn benen ook op knappen staan, maar zie het einde van de klim dichter bij komen. De heuvel stevig vervloekend rond ik de top. Nog een kilometer of twee naar de camper. De twee kilometer worden drie kilometer. Weer zie ik een heuvel opdoemen. De 8% klim voelt als een mokerslag. Ik ben er nu wel bijna klaar mee. Waar blijft die controlepost? Voor mijn gevoel moet ik rechtdoor naar het drinken, maar de route stuurt me linksaf. Ik kom door dorpjes die niet op mijn wegbeschrijving staan. Ik ben al vijf kilometer verder dan dat ik de controlepost verwachtte. Dit is niet leuk meer. Ik draai rechtsaf en zie uit mijn ooghoeken dat ik de Bergstraat inrijdt. “Sodemieter op met je Bergstraat roep ik, niet eens in gedachten, maar hardop. Ik fiets alleen door het Vlaamse land, dus niemand hoort mij, maar soms is het weleens lekker te schelden tegen naambordjes en asfalt. Die worden er niet slechter van, maar het lucht wel op. Toch nog onverwacht draai ik de parkeerplaats op bij de sporthal in Herderen.

Ton is daar al weer weg. Ik zak als een zoutzak in de stoel en heb een moeilijk momentje (dat al een kilometer of tien duurt). Ik ben murw gebeukt door de wind en door het onverwachte klimmen. De controlepost is nog open, want is langer opengebleven omdat door de wind veel fietsers laat zijn. Wat ben ik blij met Ton’s ouders. Ik hoef me even nergens zorgen over te maken en kan even met het verstand op nul en de blik oneindig genieten van deze stop. Voor ik verder ga, kleed ik me om, doe droge kleren aan en maak me op voor de laatste 75 km.
190 km gefietst, 2550 hoogtemeters, gemiddeld 22.1 km/uur
De SMS naar Sandra voor ik wegrijd  “Nog 75 km. Ik begin het nu wel te voelen” geeft niet helemaal, of beter gezegd helemaal niet, weer hoe ik me voel. Ton’s ouders denken dat ik er genoeg van heb en zouden niet vreemd opkijken als ik nu in de camper stapte. Maar ik stap weer op de fiets.
Bij Herderen draaien we gelijk het boerenland in. Een kaarsrechte weg, met niemand voor me en niemand achter me. Mijn mindere momentje is nog niet helmaal voorbij. Gelukkig rijd ik snel richting een dorp. Nog steeds alleen en vol in de wind. Een groep van tien raborenners rijdt mij voorbij. Eén van hen kijkt me aan en zegt dat ik aan moet pikken. De eerste paar kilometer in het wiel van de groep vallen niet mee, maar al snel begin ik me beter te voelen en pas me makkelijk aan aan hun tempo.

Een heuvel, ook al is deze niet zo steil, gooit bijna roet in het eten. Ik zak naar achter in de groep, waar inmiddels ook anderen zijn aangesloten. Ik doe mijn uiterste best om in de klim bij te blijven en bereik de top aanklampend in het laatste wiel. De volgende 25 km vallen alles mee. Er wordt onderweg gestopt voor een sanitaire stop. 90% van de groep zoekt en graait naar hun sanitaire hulpmiddel. Als het druppelen verstomd is rijden we verder.

Gelukkig is het inmiddels vrijwel vlak. Voor de controlepost van Bocholt worden we nog even door het boerenland gestuurd. De slechte weg kan geen grip krijgen op de banden zodat lekke banden me bespaard blijven. Bocholt is dichter bij dan ik denk en ik kom vrij opgewekt aan bij de laatste controlepost. Nog één keer genieten van de luxe van een volgwagen. Nog één keer bedanken voor de goede zorgen als ik me klaar maak om weg te rijden.
240 km gefietst, 2675 hoogtemeters, gemiddeld 22.7 km/uur

Ik sluit weer aan bij de Rabogroep. Eén vn de rijders vraagt of ik meedraai. Ik laat me het principe uitleggen en wordt onderdeel van de groep. Al 35 km heb ik me afgevraagd waarom er steeds gefloten werd. Nu wordt me dat duidelijk. Jos, de wegkapitein, blaast om de paar kilometer op een scheidsrechtersfluit en dat betekent dat de kop moet worden overgenomen. Zo schuif ik langzaam door naar voren en als Ton’s ouders luid toeterend langsrijden rijd ik net op kop van de groep. De laatste 28 km gaat op deze manier in een uurtje. Het is fijn rijden als dynamisch onderdeel van een groep. De andere renners horen al snel dat ik niet uit Brabant kom en steeds als ik naast een ander rijd maakt die er weer een opmerking over. Ik rijd heel; relaxed naar de finish. Hier neem ik afscheid van de Raboïsten uit Diessen.

Als ik onder de finishboog doorrijd heb ik een supergevoel. Ik, ruim 50 jaar, heb vandaag 268 km gefietst door regen, wind en heuvelland. Generaties voor mij hebben mijn leeftijd niet eens gehaald en ik doe dit toch maar even. Met gebalde vuist geniet ik van dit gevoel. Yeah. We gaan lopend over een podium heen en vervolgens met onze fiets aan de hand door de kroeg om de medaille op te halen. Een heel unieke ervaring.
We rijden met de camper naar mijn auto. We laden de fietsen over en maken ons klaar voor vertrek naar huis. We bedanken Ton’s ouders. Het is echt super wat ze vandaag gedaan hebben. Op elke post stonden ze voor ons klaar en verzorgden ons perfect. Daarnaast hebben ze veel foto's gemaakt, waarvan je een deel hier terugziet. Zo wil ik elk weekend wel 250 km fietsen.
Heb super genoten van deze prachtige tocht. Heel groot deel alleen gereden, maar elke keer mensen tegenkomen en elkaar steunen.
Vooral de saamhorigheid onder de renners viel mij op. Ook dat is een compliment voor de organisatie die deze tocht tot een we-doen-het-samen-evenement heeft laten transformeren. Ik heb zeer veel bewondering voor de organisatie. Het moet geen peuleschil zijn om een tocht door vier landen vlekkeloos te organiseren.
4 reacties
2 December 2010
Van: Rik uit Valkenswaard
Mooi verhaal Theo. Het was ook mijn eerste Diekirch Valkenswaard en heb ook er ook enorm van genoten. Je hebt me zelfs op de foto vastgelegd (de middelste renner met het rode shirt en blauwe fiets bij de stop herderen)
8 September 2010
Van: John Vredenberg (een kroegvriend)
Beste Theo en Ton, Allereerst proficiat met het uitrijden van D-V. Hopelijk volgen er nog meer D-V voor jullie. Wat ik gemist heb in je verhaal is de tijd wanneer je binnen was. Het was nog voor acht uur want je hebt je medaille. Weet je nog dat ik zei, dat iedereen zegt dat het na de Barraque Michelle vlak wordt. Uit jouw verhaal blijkt wel dat dat niet zo is. Ik heb D-V niet uit kunnen rijden omdat ik gevallen ben na 135 km en een zware schouderblessure heb opgelopen. Maar volgend jaar ga ik er weer voor. Mijn andere twee fiets(kroeg)vrienden waren om half zes binnen. Theo en Ton hopelijk komen we elkaar volgend jaar in D-V weer tegen en drinken er dan één op. Gr. Geert, Rob en John (je kroegvrienden)
5 September 2010
Van: Dirk Jan
Geweldig Theo, wat een prestatie!! Kan me voorstellen dat je ondanks de zwaarte er toch van genoot. Wel jammer dat het weer niet wat beter was, dan was het nog mooier geweest. Inderdaad alle respect voor de organisatie. Maar voor beter begrip bij mij, hoeveel coureurs (want zo moet ik jullie toch wel noemen?!) deden er ongeveer mee, en was de weg vrij van ander verkeer? Ook heel leuk verslag met mooie foto's!! Groet, Dirk Jan
4 September 2010
Van: ruud
hi Theo mijn respect en bewondering gaa naar jullie prestaties!! Hierover mag nee moet je opscheppen !!! Super mannen ongekend!! Ga er van genieten een sportgroet van mij......
Klik hier om een reactie te plaatsen

Routegegevens

Vianden Fouhren Tandel Selz Bleesbreck Dielirch Gilsdorf Bleesbreck Selz Bastendorf Brandenbourg Nachtmanderscheid Wahlhausen Eesbech Eisenbach Obereisenbach Rodershausen Dasbourg-Pont Dasburg Dahnen Karschelt Sevenig Harspelt Lutzkampen Diedrichborn Auf dem Block Burg Reuland Bracht Maspelt Lommersweiler Schlierbach St Vith Nieder-Emmels Born Montenau Ondenval Remonval Waimes Bruyers Walk Ovifat Jalhay Barrage de la Gileppe Goé Limbourg Dolhain Bilstain Villers Quatre-Chemins Chapelle-Saint-Job Henn-Chapelle Froidthier Bois des Houliers Mortroux Dalhem Visé Eben Zichen-Zussen-Bolder Valmeer Herderen Vlijtingen Rosmeer Mopertingen Eigenbilzen Zutendaal Wiemesmeer As Opglabbeek Gruitrode Bree Beek Bocholt Lozen Hamont Budel Soerendonck Heeze-Leende Valkenswaard