Limburgs Mooiste(Online Fietsvertellingen) by Theo Roos - Your Blogging
Ik haal Ton op en met redelijk weer vertrekken we vroeg richting Limburg. Des te meer we naar het zuiden rijden, des te minder het weer wordt. Vlak bij Heerlen begint het dan ook te regenen, een voorbode voor de rest van de dag. Ik denk terug aan die eerste Limburgs Mooiste die ik heb gefietst. Net zulk baggerweer als nu, maar er is een verschil. Toen was ik vrijwel ongetraind.

We vinden een parkeerplaats voor de auto en hijsen ons in fietskleren, en wel een paar lagen, want het ziet er uit alsof het  nog wel even nat blijft. We rijden naar de inschrijfhal en worden teleurgesteld door de schijnbare desorganisatie, waar normaal de start van deze toertocht als een geoliede machine opereert. We gaan dan ook niet echt vroeg van start, maar zullen zonder problemen wel weer redelijk op tijd binnen zijn, temeer omdat Ton liever de 100 fietst vandaag. We zijn niet de enigen die laat vertrekken. In drommen rijden we onder het startdoek weg.

De regen klettert op ons neer, de weg is nat. Dat betekent dat de meeste fietsers min of meer met de handrem erop fietsen. Vooral in afdalingen knijpt iedereen in de remmen en dat ultravoorzichtige maakt het volgens mij juist gevaarlijker. Na een afdaling sluit ik aan bij een groep. Als ik iets opschuif naar voor zie ik dat Ton de groep aanvoert. Met zijn hoofd naar beneden om zijn gezicht te beschermen stampt hij op de pedalen. De aanwijzing naar rechts mist hij. De groep achter hem niet. Ik schreeuw de longen uit mijn lijf en gelukkig (voor Ton) hoort hij mij. Als we rechts af slaan begrijp ik waarom hij door wilde rijden. Het gaat namelijk direct steil omhoog. Aan de voet van de klim horen we een soort van zucht: Ton’s achterband. Met het zicht op een kerkje wordt de band verwisseld en we kruiper vervolgens fietsend het heuveltje op.  Even later hebben we in Vaals de eerste stop van de dag. We drinken wat, maar gaan gauw verder, want het is koud en nat en stilstaan maakt dat koude en natte gevoel alleen maar erger.

Voorbij Vaals klimmen we weer even en in de afdaling zie ik Ton steeds groter worden, met andere woorden, ik kom steeds dichter bij. Nog 100 meter voor ik in zijn wiel zit. Het ziet e naar uit of ik nog voor de haarspeldbocht bij hem aansluit, maar opeens merk ik dat het sturen wat zwaarder gaat. Een snelle blik naar mijn wiel leert me dat mijn band lek is. Ik roep nog, maar tevergeefs. In de regen verwissel ik mijn band. Je bent gelijk goor en zwart en het gaat met die natte handen ook niet al te soepel, maar redelijk snel verhelp ik het moeilijke sturen en stap ik weer op de fiets. Onderweg zie ik dat ik lang niet de enige ben met een lekke band, want zo ongeveer om de 100 meter staan fietsers alleen of in groepjes. Soms nog lachend, maar soms ook in vertwijfeling.

Ik ben Ton nu wel definitief kwijt. Ik kan hem alleen nog inhalen als hij ook pech heeft. Later op de dag blijkt dat hij die pech ook heeft gehad: een gebroken ketting.  Inmiddels ben ik halverwege. De Schilberg is niet de makkelijkste heuvel, maar wordt pas echt lastig als zo’n 150 meter onder de top mijn band geen zin meer heeft om lucht vast te houden. Op dit deel van zo’n 10% lijkt het me niet ideaal een band te verwisselen, dus ik rijd door naar boven. Een gouden beslissing, want boven aan de heuvel staat een volger met hogedrukpomp. Deze lekke band kost me in ieder geval geen patroon. Eerst maar even uithijgen en dan langzaam de band vervangen. Gelukkig heb ik rekening gehouden met het weer en twee extra banden meegenomen, zodat ik niet direct zonder zit. Die extra band heb ik wel heel snel nodig, want als de pomp 8 bar aangeeft zegt het ventiel “genoeg” en kan ik weer opnieuw beginnen. Even later rijd ik balend verder.

Bij de stop in Noorbeek gebruik ik mijn laatste briefje van vijf om een extra binnenband te kopen. De kans is natuurlijk niet zo heel groot, maar toch . . . voor de zekerheid. De fietsenmaker is het enige dat ik aandoe op deze stop, want ik wil snel verder. Ondanks het oponthoud voel ik me nog goed en het lijkt er op dat ik om een uur of vier weer terug ben.  Het glooiende landschap kan me normaal bekoren, maar de regen maakt de omgeving wat troosteloos. Toch geniet ik met volle teugen: fietsen in het Limburgse kost energie als je omhoog moet, maar ik vind dat afdalen zo leuk. Alleen jammer da de meeste fietsers vandaag zich te veel laten afremmen door de natte weg. Ik daal een stuk sneller dan de meesten, maar wel zonder risico te nemen. Na een korte afdaling rijd ik Mheer binnen. Met vrij hoge snelheid kom ik op een kruising af, waar ik rechtsaf moet. Ik zie dat er alleen wat verder van links een auto aankomt en weet dat ik de bocht kort moet nemen, want van rechts kan ik niet heel goed overzien. Als ik mijn stuur naar rechts draai ga ik bijna onderuit. Juist op dit moment loopt mijn voorband leeg. Ik trek mijn stuur snel recht en blijf op de fiets. Vloekend laat ik me uitrijden en gebruik een bushokje om redelijk droog mijn vierde band te gebruiken. En ben dan toch wel blij dat ik nog een extra heb gekocht zodat ik na deze wissel niet zonder zit.

De zin is er wel een beetje af maar toch vind ik snel de motivatie weer terug. Uiteindelijk zit ik hier gewoon op de fiets en kan ik dit soort zware tochten goed aan. Dat kan niet iedereen van mijn leeftijd zeggen. Een stuk dalen en daarna een glooiende klim. Tegenwoordig ga ik niet meer stuk bij een verstijgering tot 4%. En dan zie ik Gulpen liggen. Hier is vast koffie. Ik stuur langs de groep en neem een gevulde koek in ontvangst. Fijn dat ik iets gevuld heb bij mijn fiets want mijn band is het (voor de vijfde keer) niet. Het chagrijn slaat nu echt toe. Eén voordeel, we zitten in een dorp. Ik laat me de plaatselijke fietsenmaker aanwijzen en loop door de hoofdstraat van Gulpen. Ik sluit achter aan in de rij bij de fietsenmaker, want ik ben niet de enige met pech. Ik koop nieuwe binnenbanden, maar ook een buitenband, die ik in eerste instantie met mijn koude en natte handen niet op mijn wiel krijg. Ik sluit weer achteraan in de rij, maar blijf proberen. En het lukt. Ik kan weer fietsen.

In één ruk door fiets ik naar de finish. Waar ik andere jaren in de laatste kilometers stuk zat, ben ik nu nog vrij fit. Zou dat komen door die extra pauzes die ik heb gehad? Waren die lekke banden dan toch ergens goed voor. Het is over vijven als ik de finishstraat in rijd. Ik zoek Ton op en we gaan naar de auto, waar we ons ontdoen van onze natte plunje.

Op weg naar huis stoppen we om wat te eten. Ondanks alles heb ik toch een redelijke fietsdag gehad.
2 reacties
18 Juli 2011
Van: Claus
Wat een dramadag! Ben blij dat je positief eindigt met het verhaal. Ik heb inmiddels toegegeven aan het feit dat ik géén aandrang (meer) heb om dit soort verregende (massa)events aan te gaan.
18 Juli 2011
Van: Gert Jan
Wat is fietsen toch leuk ;-)
Klik hier om een reactie te plaatsen

Routegegevens

Heerlen Bocholtz Laurensberg Vaalserquartier Vaals Vijlen Mechelen Slenaken Noorbeek Mheer Herkenrade Bruisterbosch Banholt Gulpen Wijlre Eys Overeys Simpelveld Heerlen