Route des gorges et causes(Online Fietsvertellingen) by Theo Roos - Your Blogging
Na de rit van afgelopen dinsdag durf ik vandaag een groter rondje aan. We hebben gisteren een deel van de route gereden en dat leek, in ieder geval in de auto, goed te doen.

Woensdag 3 augustus
We worden wakker en zoals gewoonlijk ligt het brood al klaar. We genieten, zoals elke morgen, van een gezellig gezamenlijk ontbijt. Vanochtend is het weer nog OK. Vanmiddag krijgen we bewolking. We beginnen de dag met lezen, ik ben inmiddels aan boek vier begonnen.
Als de wolken de camping in een ander licht zetten, besluiten we een stuk te rijden. De Gorges du Tarn en de Gorges de la Jonte zijn volgens de boekjes meer dan de moeite waard. Het hoogtepunt van dit rondje is het bezoek aan La Maison des Vautours. Gieren zijn in hun oorspronkelijke omgeving terug gezet en leven hier in overvloed. We bezoeken het museumpje, bekijken een film en bewonderen de gieren op grote afstand. Als we weer op weg gaan zijn de gieren een stuk dichterbij. Tijd voor foto’s.
 
Donderdag 4 augustus
Sandra gaat haar geluk beproeven op de markt in Florac en is er daardoor vroeg uit. Ze maakt me wakker, we ontbijten samen en terwijl zij zich klaar maakt voor de markt, maak ik me klaar voor het fietsen.
Het eerste deel van de tocht is bekend. Tot aan de brug naar Montbrun rijd ik hetzelfde als eergisteren. Daarna wordt de weg voor mij, als fietser, nieuw.

Je rijdt hier als het ware in een grote kloof. Als je omhoog kijkt zie je imposante rotswanden om je heen. De weg daalt steeds dieper in deze kloof. Dat betekent ook dat ik grote delen licht daal. Het eerste point bellevue die ik tegenkom is Castelbouc, de ruļnes van een kasteeltje uit de zestiende eeuw. Inmiddels zijn er wat huisjes op de resten gebouwd, een prachtig plaatje.

Mijn weg gaat verder, veelal dalend, maar soms ook licht omhoog. Het is hier allemaal nog niet te steil, zodat ik redelijk relaxed mijn pedalen ronddraai.

Bij St Enimie, een leuk Frans dorpje en derhalve overspoeld met toeristen. Door Sandra is het omgedoopt to Sint Vijand (vrij vertaald). Ik draai linksaf de brug over en direct na de brug weet ik het weer.

Het wordt klimmen vandaag. De klim die ik voor me heb is een kilometer of zeven, waarin ik ruim 400 meter overbrug, bijna zes procent gemiddeld dus. Ik schakel vrij snel terug tot een lage versnelling zodat ik wel kan blijven draaien. Mijn cadans blijft boven de 70. Ik merk dat dat een andere uitwerking op mij heeft dan wat zwaarder tegen de berg op te fietsen. Er wordt wat meer beroep gedaan op mijn, op dit moment niet al te beste, conditie.  

Col de Coperlac, 907 meter, lijkt het einde van de klim. Een korte afdaling volgt dan ook, maar de Causse de Méjan is onverbiddelijk,  het hoogste punt hiervan ligt op iets meer dan 1000 meter, weer klimmen dus. Tijdens de gematigde klim wordt ik omringd door vliegende mede-aardbewoners. Het enthousiasme van deze gevleugelden is niet in te dammen. Eén van hen inspecteert zelfs mijn openstaande mond aan de binnenkant. Voor ik het door heb kriebelen de vleugeltjes in mijn keel. Spugen, spugen, maar het lijkt alsof de vlieg niet naar buiten wil. Ik stop en hoop met een paar ferme slokken het normale gevoel in mijn keel terg te krijgen. Dat lukt, maar mijn maag voelt iets anders. Aan het einde van de Causse de Méjan begint de afdaling naar Meyreuis. In 7 km zak ik bijna 250 meter. Uitgerust kom ik in het dorp aan en zak neer op het terras waar we gisteren pizza hebben gegeten. De bediening is weer niet echt vriendelijk, eigenlijk nog erger dan gisteren. Zonder fooi achter te laten, stap ik weer op de fiets op weg naar Florac.

Direct buiten Meyreuis begint een beklimming. Eerst nog zeer matig, later wat steiler. Maar ook nu slaag ik er weer in het beentempo vrij hoog te houden. Het kost wat energie, maar je blijft wel het idee houden dat je echt aan het fietsen ben. Af en toe kijk ik over mijn schouders naar beneden. De gereden weg is steeds moeilijker te zien, wordt voor het oog steeds kleiner. De top van deze beklimming ligt op 1031 meter, de Col de Perjuret ( een uitloper van de vorig jaar beklommen Mont Aigoual).

Vanaf nu lijkt het één lange afdaling naar Florac te worden. De weg is vaak smal en aan mijn rechterkant gaapt het dal mij toe. Ik zou hier zo, ongehinderd door enige wegafzetting, recht toe recht aan naar beneden kunnen rijden. Ik denk echter dat mijn fiets dat niet zou trekken en besluit de weg te blijven volgen. De weg is zeer goed begaanbaar en de afdaling loopt heerlijk. Ik hang niet in de beugels, zoals ik bij een moeilijke afdaling altijd wel doe, maar houd mijn handen boven op het stuur. Ik raas door wat dorpjes en op een gegeven moment vlakt de afdaling af.

Met tegenwind op een vrijwel vlak parkoers en soms zelfs licht stijgend, valt het opeens niet mee. Ik moet nog een kilometer of zeven naar Florac en voel dat de kracht uit mijn benen wegvloeit. Ik neem snel een gelletje en het gaat iets beter. Ik besef hier en nu dat ook een lange afdaling kracht kost en dat je dan juist moet blijven eten. Weer wat geleerd! En passant wordt ik nog even gewezen op het feit dat ik aan mijn carriere moet denken (een teken aan de wand?).

Ik hervind mijn tempo en bereik eerst Florac en een paar kilometer later rijd ik de camping weer op. Quatre-vingt-douze kilometers (wat klinkt 92 in het Frans 4-20-12 toch mooi).

Het heeft vandaag een hoop kracht en energie gekost, maar ik voel me goed en dit is voor herhaling vatbaar.
1 reactie
5 Augustus 2011
Van: Mirjam
Theo, Mooi gebied waar jullie nu zijn. Voor mij zijn al deze plaatsjes ook bekend van fietsvakantie een aantal jaren geleden. Geniet nog van deze prachtige omgeving. Mirjam
Klik hier om een reactie te plaatsen

Routegegevens

La Rochette Ispagnac Molines Blajoux Castelbouc Prades Ste Enimie St-chely du Tarn Col de Coperlac Carnac La Borie La Parade Meyreuis La Bragouse Col de Perjuret Fraissinet-de-Fourques Les Vanels vebron Racoules Salgas Le Mazel florac La Rochette