Sagone - Arone(Online Fietsvertellingen) by Theo Roos - Your Blogging
Na de rit van gisteren, een retourtje Arone Porto, brengt Sandra mij vandaag naar Sagone. Ik hoef dan niet twee keer hetzelfde parkoers af te leggen. Bijkomend voordeel is dat het profiel van de rit er iets gevarieerder uit gaat zien.

Na een klein uurtje rijden zijn we in Sagone, een klein toeristenplaatsje aan de kust. Ik parkeer de auto aan de boulevard en pak mijn fiets eruit. Ik vul mijn bidons met water en ik ben klaar om het heen met de auto gereden stuk terug te fietsen. Sandra stap achter het stuur om via een strandje de auto terug naar de camping te brengen.


De rit begint vrij vlak en dat klopt met mijn beleving op de heenweg in de auto. Op de eerste brug voel ik dat Sandra achter mij zit. Even later rijdt ze mij voorbij. Ik zwaai. Buiten Sagone begint de weg opeens raar te doen: hij gaat omhoog. In vrij korte tijd stijg ik een eind boven de zee uit, waardoor de stranden een heel ander perspectief krijgen. Als snel daalt de weg ook weer.


De eerste 15 kilometer zijn net de nederlandse duinen: alsmaar op en af gaan. Met dit verschil dat je in Nederland 4 meter omhoog gaat en hier steeds toch weer zo’n 100 meter. Na een klein uurtje fietsen rijd ik Carghese binnen, een leuk plaatsje met heel veel barretjes en terrasjes. Omat ik pas een uur op de fiets zit, besluit ik door te fietsen en niet te stoppen om me te laven.

Voorbij Carghese en voorbij een eerder door ons afgewezen camping (driesterren, zwembad, kortom veel te veel poespas) nog een keer dalen en dan bij de Pont de Chiunti het begin van de klim van de dag. In de auto lijkt het een geleidelijke klim, maar er eenmaal aan begonnen is het toch een vevelend ding. De eerste twee kilometer gaan met zo’n 8% omhoog. Dat is nog niet het ergste; de weg ligt aan de zonzijde van de berg en bomen of ander beschuttend materiaal staat hier niet langs de weg. Het is dus warm. Op een gegeven moment wijst mijn fietscomputer 36 graden aan.

In de klim drink ik niet makkelijk, dus ik stop een paar keer om te drinken. Het water schiet er doorheen. Al snel zijn alle bodems van mijn drie bidonnen in zicht. Ik stop ook bij een huis waar volgens Sandra een boom in woont. Achter het huis zit een Nederlands echtpaar te picknicken. Zij bieden mij spontaan meloen aan. Ik sla dat vriendelijke aanbod af. Ze vragen waarom ik op deze warme vrijwel windloze dag fiets. Ik moet het antwoord daarop schuldig blijven, maar de volgende twee kilometer speelt deze vraag door mijn hoofd. Vind ik dit leuk denk ik als ik mijn linkertrapper moeizaam naar beneden duw met mijn voet. Het antwoord laat minimaal twee pedaalslagen op zich wachten. Dit klimmen met de zon op mijn knar, terwijl ik gisteren ook een vrij zware fietstocht heb gedaan vind ik eigenlijk niet leuk. Maar ik weet dat de beloning wacht. Na elke klim komt een afdaling.

Ik stop weer even om te drinken. De flessen raken leeg en verwonderd kijk ik naar de bodem van een van de flessen. De redding komt voorbij in de vorm van Sandra, die mij inmiddels ook op weg naar de camping is. Ze stopt en vraagt of ik mee moet. Drie kilometer eerder had ik misschien ja gezegd, maar nu, nog geen twee kilometer voor de top, wijs ik het aanbiod gedecideerd van de hand. “Wel water”, hoor ik mezelf zeggen. En het restant van de flessen wordt overgeheveld naar mijn bidons. Sandra gaat weer verder en ik stap ook weer op.

 

De top van de Col de San Martinello bereik ik inderdaad na zo’n twee kilometer, maar de top van deze bijna zeven en een halve kilometer durende klim is niet het hoogste punt. Want na het bordje met col daal ik even, maar stijg even later toch zo’n 50 meter door.

 

Vlak voor het hoogste punt voel ik dat ik te laat ben met eten. Ik herken het holle gevoel in mijn maag en het punt van bijna niet meer kunnen. Gelukkig mag ik even later dalen en voor ik de weg naar de camping insla stop ik even bij de bakker. Ik koop een suikerzoet gebakje en werk dat snel weg. Ik ga even zitten om de suikers hun werk te laten doen. Ik wacht tot mijn handen niet meer trillen en tot ik weer scherp uit mijn ogen kijk voor ik de afdaling induik.
 
De afdaling heb ik eerder deze week gereden. De eerste drie kilometer gaat het wat op en af, maar dan mag ik me laten vallen. Ik ken de weg beter en trap bij waar ik kan in de afdaling. De wind die langs mij heen suist voelt heerlijk aan. Ik ben al vergeten dat ik voor dit gevoel eerst heb moeten afzien, ik geniet. Een stukje voor mij rijd een auto en ik kom steeds dichterbij. In de bochten moet ik harder remmen dan ik zou willen om niet in de kofferbak te belanden. Op wat rechtere stukken zit ik half links naar de auto, maar ik kan er niet voorbij, want ik heb hier niet voldoende zicht. Ik voel dat de automobilist zenuwachtig wordt van die fietser in zijn spiegel en op een gegeven moment laat hij dan ook zijn gas los om mij de ruimte te geven hem te passeren. Ik heb hem niet meer teruggezien. Even is de weg voor mij alleen, niemand in mijnrijrichting en soms een tegenligger waar ik geen last van heb. Maar dan zie ik de achterkant van een kever snel naderen en ben ik blij dat ik in de bochten ruimschoots op mijn weghelft blijf. Zo ontstaat er ook bij tegenliggers in de bochten geen gevaar. Vlakbij de camping gaat de weg nog even omhoog waardoor ik niet echt last heb van de volkswagen. Na het korte stukje klimmen nog de laatste afdaling en dan heerlijk weer bij Sandra.

Ik heb wel te veel hooi op mijn vork genomen. Woensdag 3 uur wandelen, donderdag een stevige fietstocht en vandaag in de zon uit de wind met 36 graden weer bijna 800 hoogtemeters overbruggen is iets te veel van het goede.

 

2 reacties
31 Juli 2012
Van: Gert Jan
Je zit net niet hoog genoeg om verkoeling te vinden zag ik. Vaak boven de 1500 m wordt het aangenamer.
30 Juli 2012
Van: Dirk Jan
Knappe tocht, leuk verslag! Maar wel warm he? Ik weet hoe een mens zich dan volet, maar geeft na afloop wel een lekker voldaan gevoel! Niet? Groeten, Dirk Jan
Klik hier om een reactie te plaatsen

Routegegevens

Sagone Carghese Piana Arone