Col de Bavella(Online Fietsvertellingen) by Theo Roos - Your Blogging
Zonza is een kuispunt van vier wegen waar huizen omheen gebouwd zijn. Volgens de trotter maakt het niet uit vanaf welke kant je op dit dorp afkomt, en is elke weg even mooi. De hoogte van het dorp is bijna 800 meter. Hier is onze camping en dus ook het startpunt van de tocht van vandaag.

De geplande tocht is er één waar in ieder geval meer gedaald dan geklomen wordt. Maar de klimkilometers die zijn voorzien zijn behoorlijk pittig. De beklimming van de Col de Bavella vanaf Zonza begint vrij rustig aan. Het is  pas half elf, de zon schijnt nog niet ongenadig en in dit stadium van de beklimming rijd ik veel in de schaduw. Na een kilometertje licht klimmen zitten er weer wat stukken afdalen tussen. Het is de voorpret van het echte klimwerk dat in de laatste kilometers naar de top volgt. Gisteren zijn we de Bavella al afgereden en zodoende weet ik wat me te wachten staat.

De laatste vijf kilometer hebben een gemiddeld stijgingspercentage van iets meer dan 8%. Ik vraag me af hoe ik dit ga verteren. Maar het is vandaag eigenlijk de eerste keer dat ik in een klimritme kom. Ik heb een cadans gevonden en trap rustig door, me weinig storend aan de steilte van het moment. Het is voor het eerst deze reis dat ik op de minder steile stukken zelfs kan bijschakelen, een heerlijk gevoel. Hiemee wordt ik nog steeds geen echte klimmer, maar het gevoel bij de klim is een stuk beter. In de bochten is het de ene keer wat steiler, maar een andere keer kan ik de bocht gebruiken om even de spanning van de spieren te halen. Ik voel de berg aan. Misschien is dit wel wat de wielercommentatoren van de Tour wel eens een “loper”noemen. Het is in ieder geval een beklimming die lekker gaat. De laatste twee kilometer zijn het pittigst, maar na een uur fietsen bereik ik de top van deze berg, en het hoogste punt per fiets van deze vakantie. De Col de Bavella: 1218 meter.

Op de top is het een waar toeristencircus. Dat heeft als voordeel dat er tentjes zijn waar wat gedronken kan worden. Ik kies het laatste terras van de nederzetting, drink een koude cola en ben klaar voor de afdaling.
De eerste drie kilometer van de afdaling zijn supersteil, daar was de beklimming aan de andere kant van de top niets bij. Al snel heb ik last van een camper. Die durft niet harder dan 40 per uur en houdt mij even op. Al snel biedt de mogelijkheid zich aan om de camper in te halen en deze achter mij te laten. Met een extra trap ben ik de kolos voorbij, op zoek naar een nieuwe voorganger.  Ik stop om een foto te maken van één van de vele zwijnen die los rondloopt. Daarbij raak ik even in gesprek met twee andere fietsers, die nog terug moeten naar Zonza. Ik weet dat ik beneden bij het strand klaar ben met de rit voor vandaag.

Verder de afdaling in, de weg wordt wat beter en wat minder steil. Ik kan de fiets laten gaan en voel de wind door mijn shirt blazen. Beneden bij de Pulischallabeek, waar we morgen gaan canyoningen, is voorlopig het laagste punt. Een paar kilometer klim voor me, op weg naar de Bocca di Larone (oftewel Col de Larone in normaal Frans). Toen ik hier gisteren naar beneden reed met de auto dacht ik bij mezelf dat dit tussenklimmetje me wel eens kon nekken, maar de benen zijn vandaag gewoon goed, zodat ik er weinig last van heb en voor ik het weet bereik ik de top van deze tussencol (608 meter).
De komende 18 kilometer gaan richting Solenzara, een stranddorp, dus op maximaal 50 meter hoogte. Af en toe een paar honderd meter klimmen, maar de rest is voornamelijk dalen. Helaas is de weg niet al te goed waardoor de handen stijf aan de remmen zitten. De afdaling is prachtig. Hier en daar wordt de weg voor een deel gebruikt door geparkeerde auto’s vanwege de vele zwemmogelijkheden in de waters langs de weg. Het is hier best toeristisch, dus er is vrij veel verkeer wat er voor zorgt dat ook op de betere stukken weg de snelheid beperkt blijft door het vele verkeer. Toch geniet ik van de afdaling en vind het haast jammer dat ik de rotonde bereik die het dorp Solenzara aankondigt.  Maar elk nadeel heeft zijn voordeel. Ik heb weer tijd voor een koude cola.

Inmiddels heb ik een SMS van Sandra ontvangen met de routebeschrijving naar het strand waar zij zit: Pinarellu, ruim 20 km zuidelijk van Solenzara. De kaart geeft een groene weg aan wat betekent dat het hier een zogenaamde scenic route betreft.  De weg loopt langs de zee en gaat geleidelijk op en af. Ook hier merk ik weer dat de benen goed zijn, want korte beklimminkjes die eerder deze week pijn deden verdwijnen nu zomaar onder mijn wielen. Dit is leuk fietsen.

Het is wel weer warm vandaag: 37,5 graden volgens mijn fietscomputer. Maar als je je goed voelt heb je ook daar veel minder erg in. Gewoon genoeg drinken en doortrappen.  Op een gegeven moment gaat de N198 landinwaarts. Dat betekent bijna automatisch dat de wind wat afneemt, dus het wordt warmer. Ik heb geen kaart bij me, dus kijk op elk bord of ik al bij Sandra’s strand ben. Ondanks dat ik steeds denk dat het hier toch wel moet zijn duurt het nog een paar kilometer. Eindelijk het verlossende bord: Pinarellu. Sandra had per SMS gewaarschuwd voor een bultige benadering van het strand, maar als ik haar straks spreek blijkt dat ze het starnd vanaf de andere kant benadert. De Pinarellu-approach valt me dus alles mee. En dan opeens zie ik het strand. Even zoeken maar al snel begrijp ik waar ik moet zijn. De roepende Sandra vanaf de kant van de weg bevestigt dat ik goed zit. Sandra zit namelijk al te wachten in de schaduw omdat de rbandende zon op het strand zelfs haar te veel werd. We zoeken de auto op en zijn even later klaar voor de terugweg naar Solenzara.

De laatste fietstocht van de vakantie was de langste, ging over het hoogste punt en voelde het best voor mijn benen: een waardig afscheid van Corsica.

 

Nog geen reacties
Klik hier om een reactie te plaatsen

Routegegevens

Zonza Col de Bavella Col de Larone Solenzara Cannella Favone Tarcu Fautea Sainte-Lucie de Porte-Vecchio Pinarellu