Restonica Vallei(Online Fietsvertellingen) by Theo Roos - Your Blogging
Het is vrijdag en inmiddels zijn we verhuisd naar Corte. Corte is eenoude stad die vroeger de hoofdstad van Corsica was. Tegenwoordig is Corte vooral bekend om zijn universiteit en het toerisme.
We staan op Camping Alivetu, niet goedkoop, maar internet en wassen is bij de prijs inbegrepen. De camping is gelegen aan een rivier en we hebben vanaf onze tent een prachtig uitzicht op Corte.

Het weer is wisselvallig.Woensdag toen we aankwamen werden we na het opzetten van de tent bij het verkennen van Corte getrakteerd op een enorme onweersbui. Daarom besloten we ergens te gaan eten: Corsicaanse lekkernijen. 
En ook gisteren en vandaag is het niet droog gebleven. Maar als we de weersverwachtingen in ogenschouw nemen mogen we helemaal niet klagen, want twee dagen onweersbuien is ons bespaard gebleven.

Donderdag is voor ons een dag van acclimatiseren. Niet al te veel doen, wat rondhangen op de camping, eten en lezen.

Vandaag staan we vroeg op, zoeken een bakkertje en eten broodjes in de auto op de weg door de Restonica Vallei. Een vriendelijk kronkelde weg brengt ons langzaam naar 1377 meter hoogte waar we tegen betaling de auto mogen parkeren. We trekken onze wandelschoenen aan en maken ons klaar voor onze eerste bergwandeling op weg naar Lac de Melo.

Het begin van de tocht is niet al te opwindend. Een pad dat ons langzaam omhoog voert. Maar geen gewoon pad, maar één bezaaid met stenen zodat we goed moeten uitkijken waar we onze voeten neerzetten.

Volgens de overlevering duurt het ongeveer een uur naar Lac de Melo en is ons eerste oriëntatiepunt een zogenaamde snackbar op 25 minuten lopen. Zogenaamd zeg ik, want het iq niets meer dan een herdershut waar wat ongedefiniëerde etenswaar wordt aangeboden. Op dit vroege uur is het overigens nog erg stil in de hut.

We lopen verder en het pad wordt al gauw gevormd door een stroompje water dat naar beneden glijdt. We zijn blij met onze stevige en spatwaterdichte wandelschoenen want we hebben geen last van het water. De uitzichten worden wel weidser en hoog boven ons zien we de eerste glimp van ons doel.
Naarmate we hoger komen verandert de omgeving. We wandelen in een steeds grootser decor en moeten vaker en vaker moeite doen onze weg te zoeken over rotsen die de weg naar boven vormen.
We stoppen af en toe om de omgeving op ons in te laten werken. Enorme rotsblokken vormen mooie plateaus waarvandaan je net iets meer kunt zien dan op het pad alleen.
Hoog boven ons zien we stipjes mensen, eigenlijk alleen te herkennen als ze kleurige shirts aan hebben. Maar voor we het weten zijn we op de plek waar we de stipjes hebben waargenomen en wordt de wandeling een echte uitdaging.

Gewoon lopen gaat af en toe niet meer. We roepen de hulp in van aangebrachte kettingen waaraan wij ons vast kunnen houden om onze weg te kunnen vervolgen. En dan staan we opeens voor een trap, of eigenlijk meer een ladder. Zo’n drie meter hoog maar maximaal 30 centimeter horizontale vooruitgang. Zo steil zet je zelfs je ladder niet tegen je dak.
We kijken naar beneden en zien dat we in korte tijd enorm zijn gestegen en het vervolg van de tocht leert ons dat we het zwaarste gedeelte hebben gehad. Voor we het weten staan we dan ook opeens op een plateau waar we uitkijken op een begrmeer. We zijn 340 meter hoger dan we begonnen zijn. Het was een hele klim!
Op zich niet mooi, maar wel indrukwekkend. Lac de Melo is nu water, maar vijf of zes maanden per jaar zie je hier net meer dan ijs. Het water zal dus wel koud zijn. Dat testen we maar niet.
We zoeken een plek om de rotsen om wat te drinken en te eten en ik klauter langs de helling omhoog om een zo mooi mogelijk zicht op het meer te krijgen.
Als ik naar beneden ben geklauterd heeft Sandra een rots uitgekozen om wat oefeningen op te doen. Ik geniet van de aanblik: van mijn vrouw.



Als we zijn gelaafd en gespijzigd zoeken we de weg naar beneden op. We dalen aan de andere kant van de rivier af en het is hier allemaal wat beter begaanbaar dan op de heenweg. Toch is het een aanslag op de spieren en ik vraag me af hoe deze beweging zich morgen of overmorgen zal vertalen op mijn soepelheid tijdens het fietsen.

Om half twaalf zijn we weer terug bij de auto nadat we onderweg meer mensen zijn tegengekomen dan we op de heenweg hebben gezien. Onze auto staat bij de eerste 20 geparkeerde auto’s en nu staat de parkeerplaats helemaal vol. De weg terug naar de camping gaat op de smalle weg rustig aan want nu hebben we wel af en toe tegenliggers waarvoor wij soms en soms de tegenliggers aan de rand van de weg een plekje zoeken.

Tijdens de lunch op de campin besluiten we om met de trein naar Vizzavone te gaan: een treinrit die fabelachtig mooi schijnt te zijn. Als we op het station aankomen begint het te regenen en dat blijft het vrijwel de hele weg doen, zodat ons uitzicht vrij troosteloos is door de beregende ramen. Bijzonder in deze trein is dat ze niet op elk station automatisch stoppen, maar dat je voor sommige station op de een stopknop moet drukken, net zoals bij ons in de bus. In Vizzavone is het droog en er lijkt meer te doen te zijn dan in alle voorgaande stations bij elkaar. We lopen het dorpje in en hebben al snel alle huizen van het dorp gezien. Dat kan ook makkelijk want er wonen hier maar 50 mensen.

Aan het einde van het dorp staat een bordje Cascade des Anglais: watervallen die verworden zijn tot toeristische poppenkast, maar op een sombere dag als deze zal het misschien wel meevallen. Volgens een boekje van Sandra is het maar een kwartiertje lopen en hoewel we er qua kleding en schoeisel niet op voorbereid zijn beginnen we toch aan de tocht tot de eerste tegenliggende wandelaars ons vertellen dat het zo’n drie kwartier lopen is.
Dat gaat niet lukken en als er weer regenruppels beginnen te vallen keren we weer terug naar het stationnetje waar we in de restauratie, hier een restaurant genoemd, wachten op de trein.

De trein zit bomvol. We vinden één plekje voor Sandra en ik sta. Ik sta wel bij een raam zodat ik wat kan genieten van mooie uitzichten, maar al met al valt de treinreis ook de terugweg tegen.

We zijn dan ook blij als we in Corte terug zijn.
We doen wat boodschappen en gaan terug naar de camping waar Sandra weer een heerlijke tweepitsmaaltijd bereidt. Daarna is het tijd voor een rustige avond bij de tent op deze heerlijke camping.

 

Nog geen reacties
Klik hier om een reactie te plaatsen

Routegegevens